ECLI:NL:CRVB:2021:2468
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buitenbehandelingstelling aanvraag om bijzondere bijstand wegens niet tijdig overleggen van gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had op 26 oktober 2018 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor de kosten van zijn verhuizing. Het college van burgemeester en wethouders van Eemsdelta heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat de appellant niet tijdig de gevraagde nota van het verhuisbedrijf had overgelegd. De appellant heeft aangevoerd dat zijn psychiatrische problemen een belemmering vormden voor het tijdig indienen van de nota, maar dit werd door de Raad niet aannemelijk geacht. De Raad oordeelde dat het college terecht had verzocht om de nota, aangezien de offerte alleen de hoogte van de kosten aangaf, maar niet of deze kosten daadwerkelijk aan de appellant in rekening waren gebracht. De Raad bevestigde de beslissing van het college en de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. De Raad concludeerde dat de appellant niet had aangetoond dat zijn problemen een belemmering vormden voor het tijdig indienen van de benodigde gegevens.