ECLI:NL:CRVB:2021:2457
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant in verband met psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant, die zich ziek had gemeld met psychische klachten. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep terecht had geconcludeerd dat appellant per 27 oktober 2018 belastbaar was, rekening houdend met de beperkingen die waren vastgesteld in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 3 september 2018. Appellant had in hoger beroep medische stukken ingediend, waaronder brieven van zijn behandelend psychiater, maar deze wekten geen twijfel aan de eerder vastgestelde beperkingen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv voldoende rekening had gehouden met de beperkingen van appellant. Het hoger beroep van appellant werd verworpen, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.