ECLI:NL:CRVB:2021:2411
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering dwangsom bij te late beslissing op aanvraag bijzondere bijstand voor vriezer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis om een dwangsom toe te kennen aan appellante, die een aanvraag had ingediend voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van een vriezer. Appellante stelde dat het college te laat had beslist op haar aanvraag en dat zij het college in gebreke had gesteld via een e-mailbericht op 9 september 2019. De Centrale Raad oordeelde echter dat het e-mailbericht niet als een ingebrekestelling kon worden aangemerkt, omdat de opmerking van appellante te vrijblijvend was en niet duidelijk genoeg aandrong op een beslissing. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen dat appellante niet voldoende had aangetoond dat zij het college had gemaand om alsnog een beslissing te nemen op haar aanvraag.