ECLI:NL:CRVB:2021:2375
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van besluit tot beëindiging nabestaandenuitkering op basis van geboortedatum
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, geboren in Marokko, had in 2009 een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) toegekend gekregen, maar haar nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) was beëindigd. Appellante stelde dat haar geboortedatum onjuist was vastgesteld en dat zij in 1949 was geboren in plaats van 1945. Dit argument was eerder al in een uitspraak van de Raad van 2 maart 2012 behandeld, waaruit bleek dat de geboortedatum niet als onjuist was beoordeeld.
Appellante heeft in 2017 een verzoek tot herziening van het besluit ingediend, maar de Sociale verzekeringsbank (Svb) weigerde dit verzoek, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren aangevoerd. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. De Raad oordeelde dat het besluit van 30 september 2009 in rechte vaststond en dat de door appellante aangevoerde bewijsstukken niet nieuw waren. De Raad bevestigde dat er geen aanleiding was om de eerdere beslissing te herzien, ook niet in het licht van de duuraanspraak.
De Raad concludeerde dat appellante geen recht had op een nabestaandenuitkering, zelfs als haar geboortedatum als 1949 zou worden erkend, omdat zij op dat moment de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. Ook werd geoordeeld dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn, waardoor het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek tot schadevergoeding werd afgewezen.