ECLI:NL:CRVB:2021:2372

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 september 2021
Publicatiedatum
27 september 2021
Zaaknummer
20/2571 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2021 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 26 maart 2020. Verzoeker, die in Marokko woont, had verzocht om herziening van de uitspraak waarin zijn bezwaar tegen een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid heeft aangedragen die relevant is voor de herziening, zoals vereist volgens artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad benadrukt dat het herzieningsverzoek niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. Aangezien verzoeker geen gronden heeft gepresenteerd die de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar kunnen onderbouwen, heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in aanwezigheid van griffier D. Al-Zubaidi, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

20.2571 AOW

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 26 maart 2020, 19/2772
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats], Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 23 september 2021
PROCESVERLOOP
Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 26 maart 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:776.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op de zitting van 12 augustus 2021. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

1. Bij de onder het procesverloop genoemde uitspraak van 26 maart 2020 heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 mei 2019, 18/5153, bevestigd. Inhoudelijk ging het om de vraag of de Svb het bezwaar van verzoeker terecht niet-ontvankelijk had verklaard omdat het te laat is ingediend.
2. Verzoeker heeft ter onderbouwing van zijn herzieningsverzoek naar voren gebracht dat hij in het verleden in Nederland heeft gewerkt en daarvan ook bewijs kan leveren.
3. De Raad overweegt als volgt.
3.1.
Ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de bestuursrechter een onherroepelijk geworden uitspraak op verzoek van een partij herzien op grond van feiten en omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de bestuursrechter eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
3.2.
Het is vaste rechtspraak van de Raad (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 11 april 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:1218) dat het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet is gegeven om een hernieuwde discussie over een zaak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen.
3.3.
Het verzoek om herziening dient te worden afgewezen, nu niet is gebleken dat verzoeker enig nieuw feit of nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb, naar voren heeft gebracht. Het verzoek om herziening bevat immers geen gronden die betrekking hebben op de reden waarom zijn bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van D. Al-Zubaidi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 september 2021.
(getekend) M. Wolfrat
(getekend) D. Al-Zubaidi

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale),
statue:
rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par M. Wolfrat en présence de D. Al-Zubaidi en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 23 septembre 2021.