ECLI:NL:CRVB:2021:2254
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake loongerelateerde uitkering en arbeidsongeschiktheid van werkneemster
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 september 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, een B.V., tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de toekenning van een loongerelateerde uitkering aan een werkneemster, die als schoonmaakster bij appellante in dienst was. De werkneemster had zich op 6 mei 2014 ziek gemeld en op 11 februari 2016 een uitkering op grond van de Wet WIA aangevraagd. Het Uwv had haar een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op 80% of meer. Appellante was het niet eens met de besluiten van het Uwv en had bezwaar gemaakt, wat uiteindelijk leidde tot een rechtszaak bij de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit in stand gelaten.
In hoger beroep heeft appellante de aangevallen uitspraak bestreden, met de stelling dat de medische beoordeling door het Uwv niet deugde en dat er te veel beperkingen waren aangenomen. Het Uwv heeft echter betoogd dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat er geen tegenstrijdigheden zijn. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv in hoger beroep de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit voldoende heeft gemotiveerd, onder andere door een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in te dienen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de beslissingen over de proceskosten en het griffierecht, die in het voordeel van appellante zijn aangepast.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van de werkneemster zorgvuldig heeft beoordeeld en dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de medische rapporten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en inzichtelijke motivering van besluiten door het Uwv, vooral in gevallen waar de mate van arbeidsongeschiktheid ter discussie staat. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante en heeft bepaald dat het Uwv het griffierecht moet vergoeden.