ECLI:NL:CRVB:2021:2202
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het medisch onderzoek en de geschiktheid van functies in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellant, die zich ziek had gemeld met psychische klachten, was in hoger beroep gegaan tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hem geen recht meer gaf op ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW). De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd. Appellant voerde in hoger beroep aan dat een psychiatrische expertise noodzakelijk was om zijn beperkingen vast te stellen. De Raad oordeelde echter dat er geen aanleiding was om een deskundige te raadplegen, aangezien het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de aan de EZWb ten grondslag gelegde functies medisch geschikt waren voor appellant. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.