ECLI:NL:CRVB:2021:2112
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na gewijzigde beslissing op bezwaar door Uwv
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. E.T. ‘t Jong, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 11 maart 2021 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarop appellant op 26 maart 2021 het hoger beroep heeft ingetrokken. Appellant verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft vervolgens het onderzoek gesloten.
De Raad overweegt dat volgens artikel 8:75a van de Awb, indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de bezwaren van de indiener, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener in de kosten kan worden veroordeeld. In dit geval is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van bezwaarkosten, maar heeft wel geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld. De proceskosten zijn begroot op € 1.496,- voor zowel het beroep als het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 2.992,-.
De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op 18 augustus 2021.