ECLI:NL:CRVB:2021:2059
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.H. Bangma
- D.W.M. Kaldenhoven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.P.L.C. Dijkgraaf, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 9 april 2021. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan in deze zaak met nummer 21/1764 AW. De Raad heeft vastgesteld dat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte, wat in strijd is met artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemachtigde van appellante is meerdere keren in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar heeft deze kansen ongebruikt laten voorbijgaan. Hierdoor is niet gebleken van redenen die een verontschuldiging voor het verzuim kunnen vormen.
De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk behandeld kan worden. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.