ECLI:NL:CRVB:2021:2051
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv in bezwaar
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M.J.H. Roebroek, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 augustus 2021 uitspraak gedaan. Het hoger beroep werd ingetrokken omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 31 maart 2021 volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv de kosten in de bezwaarfase heeft vergoed, maar moest nog oordelen over de kosten die appellant in beroep en hoger beroep heeft gemaakt.
De Raad heeft de proceskosten begroot op € 1.496,- voor de beroepsfase en € 1.122,- voor de hoger beroepsfase. Daarnaast is er een verzoek om vergoeding van kosten voor het inschakelen van een deskundige gedaan, wat gedeeltelijk is toegewezen. De uiteindelijke beslissing van de Raad was dat het Uwv werd veroordeeld tot een totale kostenvergoeding van € 4.252,92 aan appellant. Deze uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.