Uitspraak
19.1652 PW-PV
BESLISSING
8 augustus 2017 (perioden in geding) en de terugvordering van de over deze perioden gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van, voor zover van belang, € 2.854,56. Het college heeft daaraan, met verwijzing naar de door appellante op 9 augustus 2017 afgelegde verklaring, ten grondslag gelegd dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen mededeling te doen van de door haar verrichte werkzaamheden in café X te [woonplaats]. Het college heeft de bijstand herzien door het aantal uren en bijbehorend inkomen schattenderwijs vast te stellen.
9 december 1997 heeft appellante ook nog betoogd dat het onaannemelijk is dat zij twee avonden per week en tijdens de carnaval werkzaamheden zou hebben verricht. Deze beroepsgronden slagen niet.
artikel 31, eerste lid, in verbinding met artikel 32, eerste lid, van de PW, niet alleen van belang is het inkomen waarover de betrokkene daadwerkelijk beschikt, maar ook het inkomen waarover hij redelijkerwijs kan beschikken.