Uitspraak
18 6557 WIA
15 november 2018, 18/1736 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
6 mei 2013 heeft hij zich voor dit werk ziek gemeld wegens psychische klachten. Van
4 mei 2015 tot en met 3 september 2017 heeft hij een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, op arbeidskundige gronden gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer. In bezwaar is de mate van arbeidsongeschiktheid nader vastgesteld op 69,17%.
.Ook is alle medische informatie bij het verzekeringsgeneeskundig onderzoek betrokken en heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep nog aanvullende medische informatie bij de huisarts opgevraagd. Dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek niet heeft geleid tot het aannemen van meer beperkingen, betekent niet dat het onderzoek reeds hierom onzorgvuldig moet worden geacht.
12 april 2021 is door de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd dat er geen reden is voor het aannemen van beperkingen voor de lichamelijke klachten aan heup, knie en schouders. Uit de ingebrachte informatie blijkt namelijk niet van specifieke pathologie aan het bewegingsapparaat op grond waarvan beperkingen ten opzichte van de normaalwaarden moeten worden aangenomen. Op beeldvormend onderzoek in 2014 is slechts enige sclerose in de heup zichtbaar en er was geen sprake van degeneratieve afwijkingen. Niet is gebleken dat dit in 2017 anders was. Verder heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep erop gewezen dat appellant tijdens het spreekuur aangaf geen problemen van de knie en heup te ervaren. Wel wordt melding gemaakt van wisselende schouderklachten, maar is er op dat moment geen sprake van een bursitis. In beroep is ook geen objectieve schouderpathologie rond datum in geding naar voren gekomen.