ECLI:NL:CRVB:2021:1953
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) wegens gebrek aan verzekering op het moment van overlijden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, geboren in 1963, had een nabestaandenuitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot in 2018. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was. Dit werd bevestigd door de Caisse Nationale de Sécurité Sociale (CNSS) in Marokko, die aangaf dat de echtgenoot op dat moment niet verzekerd was onder de Marokkaanse sociale wetgeving.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de aanvraag om nabestaandenuitkering terecht was afgewezen, omdat de echtgenoot niet verzekerd was op het moment van overlijden. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar echtgenoot in Nederland heeft gewerkt en daarom recht zou hebben op de uitkering.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante echter niet gevolgd en bevestigd dat de aanvraag terecht is afgewezen. De Raad heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.