Uitspraak
20.3259 AW, 21/2004 AW
OVERWEGINGEN
.Wat betreft de overige vacante functies ten tijde van belang heeft het college toegelicht dat deze qua (niveau van de) werkzaamheden zodanig verschilden van haar oude functie, dat deze niet passend of geschikt waren. Betrokkene heeft nog gesteld dat nadien een passende functie voor haar ontstond met de tijdelijke voltijdse functie van [naam functie 3], waarin haar taken – samen met andere taken – zijn ondergebracht. Wat daarvan ook zij, gebleken is dat het bezwaar van betrokkene tegen de afwijzing van haar sollicitatie naar deze functie ongegrond is verklaard en zij daarin heeft berust. Dit heeft tot gevolg dat dit besluit in rechte vaststaat, en reeds daarom niet in de onderhavige toetsing kan worden betrokken.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 1 december 2020 ongegrond;
- veroordeelt het college in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.870,-;
- bepaalt dat van het college een griffierecht van € 532,- wordt geheven.