Uitspraak
18.3504 WIA
OVERWEGINGEN
.
BESLISSING
vernietigt de aangevallen uitspraak;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant, die eerder een WIA-uitkering ontving. Appellant was uitgevallen door knieklachten en een hersentumor, en had in 2016 een WGA-uitkering ontvangen. Het Uwv had vastgesteld dat appellant per 2 juni 2016 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot beëindiging van zijn uitkering. Appellant was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv ten onrechte niet voldoende rekening heeft gehouden met de beperkingen van appellant, zoals vastgesteld door de deskundige, neuroloog dr. E.M.H. van den Doel. De deskundige concludeerde dat appellant op de datum in geding meer beperkingen had dan in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van het Uwv was opgenomen. De Raad oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit onjuist was en dat het Uwv opnieuw moest beslissen op het bezwaar van appellant tegen het besluit van 1 april 2016.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank Gelderland vernietigd en het beroep van appellant gegrond verklaard. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 3.366,- bedragen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de medische situatie van de appellant en de noodzaak voor het Uwv om de conclusies van deskundigen serieus te nemen.