ECLI:NL:CRVB:2021:1755
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens postproblemen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juli 2021 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere beslissing van 17 december 2020, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De appellant, woonachtig in Marokko, was het niet eens met deze beslissing en stelde dat hij op de dag van ontvangst van de uitspraak direct hoger beroep had ingesteld. Hij voerde aan dat door problemen met de postbezorging, veroorzaakt door coronamaatregelen, zijn beroepschrift lang onderweg was geweest.
De rechtbank had de aangevallen uitspraak op 10 maart 2020 per aangetekende post naar de appellant verstuurd, maar deze was onbestelbaar retour gezonden. De rechtbank ontving de retourzending op 25 juni 2020, maar het was onduidelijk waarom de uitspraak was teruggestuurd. Vervolgens werd de uitspraak op 26 juni 2020 per gewone post verzonden. De Raad oordeelde dat, gezien de problemen met het postverkeer tussen Nederland en Marokko, het niet aan de appellant te wijten was dat hij de uitspraak niet tijdig had ontvangen.
De Raad concludeerde dat het in deze omstandigheden redelijk was om het verzet gegrond te verklaren. Dit betekende dat de eerdere uitspraak van 17 december 2020 verviel en dat het hoger beroep alsnog in behandeling zou worden genomen. De Raad besloot echter geen proceskosten aan de appellant te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier V.M. Candelaria, en werd openbaar uitgesproken op 9 juli 2021.