ECLI:NL:CRVB:2021:1749
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de weigering van een ZW-uitkering en de geschiktheid voor de functie van soldering operator
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem een Ziektewet (ZW) uitkering toe te kennen. Appellant, die eerder als kok werkte, meldde zich ziek na een ongeval op 17 januari 2013. Na een wachttijd van twee jaar weigerde het Uwv hem een WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn fysieke en cognitieve beperkingen niet voldoende zijn meegewogen in de beoordeling van zijn geschiktheid voor de functie van productiemedewerker industrie, specifiek de functie van soldering operator (SBC-code 111180). De Raad heeft vastgesteld dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan het medisch oordeel van het Uwv. De Raad oordeelt dat appellant op de datum in geding geschikt was voor de functie van soldering operator, ondanks zijn gezondheidsklachten en het gebruik van medicatie die zijn concentratievermogen beïnvloedt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard, en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De Raad concludeert dat er geen verdere beperkingen aangenomen hoeven te worden en dat het hoger beroep niet slaagt.