Uitspraak
19 2592 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Ze heeft onduidelijkheid over deze casus omdat hij niet heeft aangegeven waar hij nu verblijft. Is echt dakloos en gaat inschrijven bij LdH op [adres], maar verblijft daar nu niet, dus zal officieel dan een uitkering moeten aanvragen in [gemeente 2]. Ik ga het oppakken met X, want doel is wel z.s.m. terug naar [gemeente 1] volgens mij.” Ook hieruit blijkt niet van een toezegging over de bijstand, maar eerder van onduidelijkheid bij de hulpverleners van het Sociaal Team en van [beheerder] hoe het recht op bijstand voor appellant kon worden veiliggesteld. Het dagelijks bestuur heeft in de contacten met de hulpverleners echter steeds de vraag gesteld naar de feitelijke verblijfplaats van appellant en medegedeeld dat dit belangrijk was om het recht op bijstand te kunnen vaststellen. Het dagelijks bestuur heeft in deze contacten ook gewezen op de brieven van 9 januari 2018 en van 14 februari 2018.