ECLI:NL:CRVB:2021:1680
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake sociale verzekeringswetgeving
Op 9 juli 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 10 april 2020. Verzoekster had verzocht om herziening van de uitspraak waarin het verzet tegen een eerdere beslissing van 15 november 2019 ongegrond was verklaard. Tijdens de zitting op 28 mei 2021 zijn partijen niet verschenen. Verzoekster stelde in haar verzoek om herziening, gedateerd 5 juni 2020, dat zij het griffierecht via een familielid in Nederland had voldaan, maar dit was niet binnen de wettelijke termijn gebeurd. Dit argument was eerder al aangevoerd in de vorige procedure. De Raad oordeelde dat er geen nieuw feit of omstandigheid was die aanleiding gaf tot herziening, zoals bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door J.C. Boeree, in aanwezigheid van griffier V.M. Candelaria.