In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante. Appellante had zich ziek gemeld met onderrug- en bekkenklachten en later ook met psychische klachten. Het Uwv had haar ZW-uitkering beëindigd op basis van de conclusie dat zij in staat was om meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat haar medische beperkingen waren onderschat. De Raad heeft psychiater prof. dr. G. Glas als deskundige benoemd, die concludeerde dat appellante op de datum in geding, 18 september 2015, niet in staat was om arbeid te verrichten vanwege een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en een depressieve stoornis. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het Uwv de juiste belastbaarheid van appellante had vastgesteld. De Raad volgde de deskundige in zijn oordeel en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, herroepte het besluit van het Uwv en veroordeelde het Uwv in de proceskosten van appellante.