Uitspraak
PROCESVERLOOP
mr. Y. Habib, kantoorgenoot van mr. Kocabas. Als tolk was aanwezig K. Sikorska.
OVERWEGINGEN
.Dit betekent dat betrokkene geen recht heeft op een WW-uitkering en dat hij deze uitkering ten onrechte heeft ontvangen.
7 april 2014 niet meer heeft gewerkt. Het Uwv volgt daarom niet het standpunt van betrokkene dat hij in de week van 7 tot en met 13 april 2014 nog werkzaam is geweest in Nederland.
Powroty-lijst staat met als data 5 april 2014 en 6 februari 2016 voor terugkeer naar Polen een indicatie dat betrokkene ook daadwerkelijk op deze data naar Polen is vertrokken. Hiertoe wordt in aanmerking genomen dat [naam 2] , directeur van [Uitzendbureau] , op 7 maart 2017 tegenover een medewerker van het Uwv heeft verklaard dat zowel de lijst DOC00701 als de Powroty-lijt zijn verkregen van een vestiging van [Uitzendbureau] in Polen. [naam 2] heeft toegelicht dat op de lijst DOC-007-01 is bijgehouden op welke datum een werknemer is vertrokken naar Nederland om daar te gaan werken en op welke datum de werknemer weer is teruggekeerd naar Polen. Voor de vestiging van [Uitzendbureau] in Nederland was deze lijst van belang, omdat daaruit blijkt welke personen beschikbaar zijn voor werk in Nederland en voor de vestiging van [Uitzendbureau] in Polen was deze lijst van belang, omdat daaruit blijkt welke personen beschikbaar zijn voor werk in Polen. Ook heeft [naam 2] verklaard dat de werknemers na afloop van het dienstverband met [Uitzendbureau] en ook als werknemers voor een korte vakantie terug gaan naar Polen, de door [Uitzendbureau] geregelde verblijfsplaats moesten verlaten. Verder speelde daarbij een rol dat het vervoer van en naar Nederland en Polen werd geregeld door [Uitzendbureau] . Het was bij [Uitzendbureau] bekend dat er werknemers zijn die zelf vervoer regelen voor de terugreis naar Polen. Deze werknemers kunnen dit aangeven bij [Uitzendbureau] en hiervan werd een lijst bijgehouden. Het is namelijk in het verleden voorgekomen dat de bus van Nederland naar Polen bijna leeg was en dit wilde [Uitzendbureau] voorkomen. Gelet op het belang van [Uitzendbureau] bij het bijhouden van de lijsten en de accuraatheid daarvan, zoals dit volgt uit de verklaring van [naam 2] , is er geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de gegevens op de Powroty-lijst. Daarbij heeft het Uwv in aanmerking kunnen nemen dat betrokkene geen duidelijkheid heeft verschaft over zijn verblijfsplaats in Nederland in de periode van 5 april 2014 tot en met 19 mei 2014 en in de periode van 6 februari 2016 tot en met 13 maart 2016. Op het door betrokkene op 10 april 2014 ondertekende WW-aanvraagformulier is als adres vermeld: [adres 1] te [woonplaats 2] . Op het door betrokkene op 13 februari 2016 ondertekende WW-aanvraagformulier is als adres vermeld: [adres 2] te [woonplaats 2] . Betrokkene heeft ter zitting bij de rechtbank erkend dat hij niet op deze beide adressen heeft gewoond. Betrokkene heeft verklaard dat hij deze adressen op advies van [naam 1] heeft opgegeven als valse woonadressen. Betrokkene heeft niet inzichtelijk of aannemelijk gemaakt op welke adressen in Nederland hij heeft verbleven vanaf 5 april 2014 respectievelijk vanaf 6 februari 2016. Het Uwv heeft betrokkene in het kader van het in 1.5 omschreven onderzoek meerdere keren benaderd met het verzoek een afspraak met het Uwv te maken en/of nadere informatie over zijn woon- en leefsituatie gedurende de uitkeringsperiode te leveren. In reactie hierop heeft betrokkene bankafschriften
overgelegd van de periodes van 6 januari 2016 tot en met 6 november 2017 en van 28 maart 2014 tot en met 22 september 2014. Hierop staan pintransacties in [woonplaats 2] in de maanden april en mei 2014. Ook in bezwaar heeft het Uwv betrokkene om verifieerbare informatie over zijn verblijfsplaats gevraagd. In reactie hierop heeft betrokkene onder meer bankafschriften overgelegd van zijn Poolse bankrekening. Deze Poolse bankafschriften zien echter niet op de uitkeringsperiodes. Betrokkene heeft met de door hem overgelegde gegevens niet inzichtelijk of aannemelijk gemaakt dat hij in Nederland verbleef tijdens de in deze zaak in geding zijnde periodes
.Uit de summiere transactiegegevens volgt geen informatie over de woon of verblijfplaats van betrokkene. Geoordeeld wordt daarom dat het Uwv met de Powroty-lijst, in samenhang bezien met de onduidelijkheid over de daadwerkelijke verblijfsplaats van betrokkene na afloop van de dienstverbanden met [Uitzendbureau] , aannemelijk heeft gemaakt dat betrokkene per 5 april 2014 en per 6 februari 2016 naar Polen is vertrokken.