Uitspraak
19 4050 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
A.M.M. Chevalier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2021.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellant, die als vrachtwagenchauffeur werkte, had zich ziek gemeld met psychische en fysieke klachten en ontving een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Het Uwv beëindigde zijn ZW-uitkering omdat hij meer dan 65% van zijn eerdere loon kon verdienen. Appellant was het hier niet mee eens en stelde dat zijn beperkingen onvoldoende waren erkend in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 30 mei 2016. De rechtbank had deskundigen ingeschakeld, waaronder verzekeringsarts H.M.Th. Offermans en psychiater dr. F.B. van der Wurff, die concludeerden dat appellant geschikt was voor de geselecteerde functies. De Centrale Raad oordeelde dat de rechtbank terecht de deskundigen had gevolgd en dat er geen aanleiding was om tot een ander oordeel te komen. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.