Uitspraak
20.1139 PW
7 februari 2020, 19/2658 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante, die sinds 8 oktober 2009 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW), was niet verschenen op twee belangrijke gesprekken die door het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen waren uitgeschreven. De eerste uitnodiging was verzonden op 23 oktober 2018, maar appellante zegde deze af vanwege ziekte. Een tweede uitnodiging volgde, maar ook op deze datum verscheen zij niet. Het college besloot daarop haar bijstandsrecht op te schorten en later in te trekken, omdat zij niet had gereageerd op de uitnodigingen.
De Raad overwoog dat de appellante niet kon worden vrijgesteld van haar verplichtingen, ook al stelde zij dat haar ex-partner haar post had ontvreemd. De Raad oordeelde dat de bezorging van de uitnodigingen in de brievenbus van appellante niet ter discussie stond en dat de gevolgen van het niet verschijnen voor haar rekening kwamen. De beroepsgrond van appellante dat zij niet verantwoordelijk was voor het niet ontvangen van de brieven werd verworpen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de bijstandsontvanger om zorg te dragen voor het tijdig reageren op uitnodigingen en het verstrekken van benodigde informatie. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.