Uitspraak
18.401 WIA
OVERWEGINGEN
.Aan de hand van wat appellant kan verdienen met (binnen dezelfde SBC-codes) nieuw geselecteerde functies heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de mate van arbeidsongeschiktheid berekend op 16,9%.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellant, die sinds 9 september 2014 wegens rugklachten niet meer kan werken, heeft een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. Het Uwv heeft deze aanvraag afgewezen, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd, waarna appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad heeft de medische rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen beoordeeld en geconcludeerd dat de medische belastbaarheid van appellant op overtuigende wijze is gemotiveerd. Er zijn geen aanwijzingen voor een depressie op de datum in geding, en de rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de aan de schatting ten grondslag gelegde functies medisch geschikt zijn voor appellant. De Raad heeft de argumenten van appellant, waaronder de stelling dat er onvoldoende afwisseling is tussen zitten, staan en lopen, verworpen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt.