ECLI:NL:CRVB:2021:1367
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening studiefinanciering op basis van woonsituatie en buurtonderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellante, die sinds 13 maart 2018 ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen (BRP) op een bepaald adres, ontving vanaf 1 juli 2018 studiefinanciering op basis van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) als uitwonende studerende. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft echter, na een buurtonderzoek, de studiefinanciering herzien en appellante als thuiswonende studerende aangemerkt, wat leidde tot terugvordering van te veel betaalde studiefinanciering.
Het buurtonderzoek vond plaats na meerdere pogingen om een huisbezoek af te leggen, waarbij de controleurs geen toegang kregen. De minister baseerde zijn besluit op verklaringen van buren die stelden dat appellante niet op het BRP-adres woonde. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarbij werd overwogen dat de minister zich op de resultaten van het buurtonderzoek mocht baseren.
In hoger beroep herhaalde appellante haar argumenten, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het onderzoek zorgvuldig was. De Raad bevestigde dat de verklaringen van de buren voldoende waren om aan te nemen dat appellante niet op het BRP-adres woonde. De Raad oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.