ECLI:NL:CRVB:2021:1310
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep Wajong na tegemoetkoming door Uwv
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. A.E.L.T. Balkema, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was gericht tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 augustus 2018. Tijdens de zitting op 2 september 2020 heeft de Raad het onderzoek geschorst en het Uwv verzocht om nader onderzoek te doen. Op 30 november 2020 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Hierop heeft appellante op 7 december 2020 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om proceskostenvergoeding.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat, aangezien het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen, het hoger beroep kon worden ingetrokken. De Raad heeft vervolgens de proceskosten van appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep beoordeeld. De kosten zijn begroot op € 1.068,- voor zowel de beroepsprocedure als de hoger beroepsprocedure, wat resulteert in een totaalbedrag van € 2.136,-. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in deze kosten, met de opmerking dat appellante zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het Uwv kan wenden.
De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op 31 mei 2021.