ECLI:NL:CRVB:2021:127

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 januari 2021
Publicatiedatum
21 januari 2021
Zaaknummer
20/2265 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig indienen van machtiging

In deze zaak heeft mw. H. Thodai, werkzaam bij HAQ recht, namens de appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank had op 8 mei 2020 in de zaak met nummer 17/2277 een beslissing genomen. Bij brief van 7 augustus 2020 werd mw. Thodai verzocht om binnen vier weken een schriftelijke machtiging in te zenden, zoals vereist volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze termijn is door mw. Thodai ongebruikt voorbij gelaten. Vervolgens is er op 7 september 2020 een tweede kans geboden om de machtiging in te zenden, met wederom een termijn van vier weken. Ook deze termijn is niet benut door mw. Thodai.

Uiteindelijk is de machtiging pas op 13 november 2020 bij de Raad binnengekomen, maar dit was na de gestelde termijn. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn aangevoerd die het verzuim kunnen verontschuldigen. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, met J.M. Labage als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 januari 2021. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 21 januari 2021
20/2265 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht
in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van
8 mei 2020, 17/2277 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mw. H. Thodai, werkzaam bij HAQ recht hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

Bij brief van 7 augustus 2020 is aan mw. Thodai verzocht binnen vier weken een schriftelijke machtiging als bedoeld in artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in te zenden. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Mw. Thodai heeft deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
Bij aangetekende brief van 7 september 2020 is mw. Thodai nogmaals de gelegenheid geboden de verlangde machtiging in te zenden. Daarbij is een termijn van vier weken gesteld en is mw. Thodai erop gewezen dat overschrijding van die termijn tot gevolg kan hebben dat het (hoger) beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Mw. Thodai heeft ook deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
De machtiging is op 13 november 2020 alsnog bij de Raad binnengekomen. Deze is echter niet binnen de gestelde termijn ingediend.
Niet is gebleken van redenen die een verontschuldiging vormen voor dit verzuim. Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van J.M. Labage als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 januari 2021.
(getekend) J.P.M. Zeijen
(getekend) J.M. Labage
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.
GdJ