ECLI:NL:CRVB:2021:126
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over arbeidsongeschiktheid en de Functionele Mogelijkhedenlijst in het kader van de Wet WIA
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam behandeld. Appellante, die als kapster werkte, heeft zich ziek gemeld met meerdere medische klachten en verzoekt om een WIA-uitkering. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat zij belastbaar is, maar appellante betwist dit en stelt dat zij niet in staat is om te werken. De Raad oordeelt dat appellante niet voldoende medische gegevens heeft overgelegd om haar standpunt te onderbouwen. De Raad concludeert dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet aannemelijk heeft gemaakt dat er geen beperkingen zijn op het onderdeel zitten. De FML van 16 augustus 2017 weerspiegelt niet de werkelijke beperkingen van appellante, wat in strijd is met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad draagt het Uwv op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en de FML aan te passen. De uitspraak is gedaan op 20 januari 2021.