Uitspraak
19.3053 PW-PV
BESLISSING
12 januari 2018 is verschenen. Anders dan appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, kan haar van het niet tijdig verstrekken van de gevraagde gegevens en het niet verschijnen op de afspraak van 12 januari 2018 een verwijt worden gemaakt. Appellante heeft niet met medische stukken onderbouwd dat zij vanwege haar medische gesteldheid niet in staat was om aan haar inlichtingenverplichting te voldoen. Dat appellante bij e-mail van 8 december 2017 aan het college heeft meegedeeld dat zij tot 15 januari 2018 niet meer beschikbaar is omdat zij tot rust moet komen, maakt ook niet dat haar geen verwijt kan worden gemaakt. Uit deze e-mail blijkt niet dat appellante vanaf 8 december 2017 niet bereikbaar zou zijn op het uitkeringsadres. Verder is het niet aan appellante op wie de inlichtingenverplichting rust om eenzijdig te beslissen dat zij ruim vijf weken niet beschikbaar is voor het verstrekken van voor de bijstandverlening benodigde gegevens. Tot slot brengt het zorgvuldigheidsbeginsel, anders dan appellante heeft aangevoerd, niet mee dat het college de e-mail van appellante van
8 december 2017, behalve per brief van 8 december 2017, ook per e-mail had moeten beantwoorden.