Uitspraak
19 1931 PW
PROCESVERLOOP
mr. Keijzer verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door
drs. A.A. Brouwer.
OVERWEGINGEN
27 november 2017 verklaard dat X iedere dag een uurtje komt om zijn kinderen zien, terwijl zij op 28 november 2017 heeft verklaard dat X na zijn werk om 17.00 uur komt, dat hij dan tot 19.30 uur of 20.00 uur blijft en dat hij in het weekend pas later op de middag komt en vervolgens tot 23.00 uur en soms tot 1.00 uur blijft. Dit is niet te rijmen met het feit dat de Opel ook door de week in de late avonduren bij het uitkeringsadres is waargenomen. Daarnaast is de Opel daar op drie momenten in de nacht aangetroffen. Dit strookt niet met de verklaring van appellante dat X uitsluitend op het uitkeringsadres was om zijn kinderen zien. Daarbij komt dat appellante tijdens het gesprek op 28 november 2017 met de handhavingsspecialist geen verklaring heeft kunnen geven voor het feit dat de Opel ook in de avond en in de nacht voor de deur van haar woning stond geparkeerd. Pas in beroep heeft zij hiervoor wel een verklaring gegeven en daarbij een schriftelijke verklaring van X overgelegd dat hij regelmatig slaapt bij zijn broer, die op loopafstand van appellante woont, of op bezoek gaat bij zijn moeder, die ook dichtbij appellante woont. Deze pas laat gegeven en niet onderbouwde verklaring is in het licht van het voorgaande niet aannemelijk.