ECLI:NL:CRVB:2021:1172

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 mei 2021
Publicatiedatum
20 mei 2021
Zaaknummer
20/1212 WMO15
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellante zonder erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een bestuursrechtelijke kwestie. De appellante, die in leven laatstelijk woonachtig was te [woonplaats], is overleden. Namens haar heeft advocaat mr. C. van der Ent hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 februari 2020. Tijdens de procedure is gebleken dat er geen erfgenamen zijn die de appellante als partij in het geding kunnen opvolgen en het hoger beroep willen voortzetten. Ondanks een aankondiging in de Staatscourant op 25 maart 2021, heeft zich geen enkele belanghebbende gemeld om als partij aan het geding deel te nemen.

De Raad heeft op 21 april 2021 een zitting gehouden, waarbij drs. F. Kaloudis, kantoorgenoot van mr. Van der Ent, aanwezig was. Het college van burgemeester en wethouders van Halderberge heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Bruin. De Raad heeft overwogen dat, gezien het ontbreken van erfgenamen en het ontbreken van een processueel belang, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien het hoger beroep niet ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door D.S. de Vries, met R.H. Koopman als griffier.

Uitspraak

20.1212 WMO15

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 februari 2020, 19/4733 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
wijlen [appellante], in leven laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Halderberge (college)
Datum uitspraak: 20 mei 2021
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. C. van der Ent, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Mr. Van der Ent heeft de Raad bericht dat appellante is overleden en dat er geen erfgenamen zijn althans dat daarmee geen bekendheid is.
De Raad heeft, gelet op het bepaalde in artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in de Staatscourant van 25 maart 2021 aangekondigd dat het onderzoek ter zitting zal plaatsvinden op 21 april 2021.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 april 2021. Drs. F. Kaloudis, kantoorgenoot van mr. Van der Ent, is verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Bruin.

OVERWEGINGEN

1. Appellante is overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellante als partij in het onderhavige geding zijn opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Ook na de aankondiging in de Staatscourant hebben zich geen belanghebbenden gemeld met het verzoek als partij aan het geding deel te mogen nemen. Uit het voorgaande volgt dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen. Het hoger beroep van appellante zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.
2. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door D.S. de Vries, in tegenwoordigheid van R.H. Koopman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2021.
(getekend) D.S. de Vries
De griffier is verhinderd te ondertekenen.