ECLI:NL:CRVB:2021:1107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag arrangement B op basis van de Tijdelijke regeling overstap naar een niet substantieel bezwarende functie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die sinds 18 december 2006 in een substantieel bezwarende functie was aangesteld, had een aanvraag ingediend voor toekenning van arrangement B, zoals bedoeld in de Tijdelijke regeling overstap naar een niet substantieel bezwarende functie. De minister van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag afgewezen, omdat de appellant niet voldoende had aangetoond dat de door hem gekozen opleiding, de bachelor European Studies, zijn kansen op de arbeidsmarkt zou vergroten.
De Raad oordeelde dat de minister in redelijkheid tot deze afwijzing had kunnen komen. De appellant had in zijn aanvraag niet overtuigend aangetoond dat de gekozen opleiding bijdroeg aan de overstap naar een andere functie, zoals vereist door de Tijdelijke regeling. De Raad benadrukte dat de opleiding gericht moet zijn op de overstap naar een andere functie en dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd dat de bachelor European Studies een directe toegang bood tot de gewenste functie.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, die het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 mei 2021.