ECLI:NL:CRVB:2020:994
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Herziening bijstand van alleenstaande en toepassing kostendelersnorm
Op 21 april 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de herziening van de bijstandsverlening aan appellante, die bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW) naar de norm voor alleenstaanden. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had de bijstandsverlening herzien op basis van de kostendelersnorm, omdat appellante een medebewoner had die niet bijdroeg aan de woonkosten. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante op 21 oktober 2016 een medebewoner had, wat aanleiding gaf tot een onderzoek naar haar woon- en leefsituatie. Het college concludeerde dat de medebewoner als kostendelende medebewoner moest worden aangemerkt, ondanks het feit dat deze geen inkomen had en niet bijdroeg aan de kosten. Appellante voerde aan dat de toepassing van de kostendelersnorm onredelijke uitkomsten met zich meebracht, maar de Raad oordeelde dat de wetgever met de invoering van de kostendelersnorm had beoogd dat bijstandsnormen rekening houden met de mogelijkheid om kosten te delen, ongeacht of deze kosten daadwerkelijk gedeeld werden.
De Raad bevestigde dat de toepassing van de kostendelersnorm niet in strijd is met de bedoeling van de wetgever en dat er geen grond is voor afwijking van deze norm. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.