Uitspraak
19.2907 AW
OVERWEGINGEN
- Een medewerker met een LFNP-functie, waarvan de functie niet terugkeert in de formatie voor het team in de nieuwe formatie waarin het taakgebied/werkveld terugkeert;
- (…)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit van de korpschef gegrond verklaarde. De zaak betreft de herplaatsing van appellant binnen de reorganisatie van de politie en de toekenning van een LFNP-functie. Appellant had zijn voorkeur uitgesproken voor verschillende functies, maar werd uiteindelijk geplaatst in zijn derde voorkeur. De korpschef had eerder besloten dat appellant niet geschikt was voor zijn eerste voorkeur, maar dit standpunt werd later gewijzigd. De rechtbank oordeelde dat de korpschef niet de juiste motivering had gegeven voor de afwijzing van de eerste voorkeur van appellant, wat leidde tot de vernietiging van het bestreden besluit. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de herplaatsing van appellant in de functie van derde voorkeur in overeenstemming was met de geldende regelgeving en afspraken. De Raad oordeelde dat de korpschef de beleidsvrijheid had om appellant te plaatsen in een andere functie dan zijn eerste voorkeur, en dat de plaatsing in de derde voorkeur passend was binnen het oorspronkelijke taakgebied van appellant. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand bleven.