ECLI:NL:CRVB:2020:767
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verplichtingen verbonden aan persoonsgebonden budgetten in het kader van de AWBZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R. Kaya, had hoger beroep ingesteld tegen de besluiten van Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. betreffende de persoonsgebonden budgetten (pgb's) voor de jaren 2013 en 2014. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant de verplichtingen die aan de pgb's waren verbonden niet was nagekomen, wat het zorgkantoor bevoegd maakte om de pgb's lager vast te stellen en onverschuldigd betaalde voorschotten terug te vorderen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat het zorgkantoor in redelijkheid tot deze besluiten heeft kunnen komen. De appellant had onvoldoende bewijs geleverd dat hij de pgb's volledig had besteed aan zorg, en de door hem ingebrachte stukken in hoger beroep boden geen aanknopingspunten voor een ander oordeel. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de vordering van de appellant af.