ECLI:NL:CRVB:2020:683
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om aan appellant een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toe te kennen. Het Uwv heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek vastgesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant minder dan 35% is. Dit besluit werd genomen op 11 april 2017, waarna het bezwaar van appellant op 12 december 2017 ongegrond werd verklaard. Appellant heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 14 juni 2018 de uitspraak deed dat het beroep ongegrond was. De rechtbank oordeelde dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de functies die aan appellant waren toegewezen, geschikt waren.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de functie van productiemedewerker industrie geschikt is. Appellant stelt dat de belastbaarheid op het item frequent reiken tijdens het werk wordt overschreden. Het Uwv verdedigt de geschiktheid van de functie door te stellen dat de overschrijding van de belastbaarheid kan worden gecompenseerd door voorover te buigen, waardoor de reikafstand verkleind wordt. Appellant betwist deze redenering en stelt dat de functie niet geschikt is, omdat er onvoldoende functies overblijven om een schatting te kunnen maken.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar uitspraak op 5 maart 2020 geoordeeld dat de geschiktheid van de functie productiemedewerker industrie in medisch opzicht niet in twijfel kan worden getrokken. De Raad volgt de argumentatie van de arbeidsdeskundige, die heeft aangetoond dat de belastbaarheid van appellant niet wordt overschreden door de compensatie van het vooroverbuigen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van appellant ongegrond. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.