ECLI:NL:CRVB:2020:658
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van belastingteruggave op basis van de Participatiewet
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 10 maart 2020, gaat het om de terugvordering van een belastingteruggave van € 561,- door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk. De appellant had een belastingteruggave ontvangen die door het college als inkomen werd aangemerkt. Dit leidde tot de conclusie dat er onverschuldigd bijstand was betaald, omdat de appellant naderhand in aanmerking te nemen middelen had die betrekking hadden op de periode waarin bijstand was verleend.
De appellant betwistte de terugvordering en voerde aan dat hij altijd alles correct had gemeld en niet op de hoogte was dat hij de belastingteruggave moest melden. De Raad oordeelde echter dat de wetenschap van de appellant over de meldingsplicht niet relevant was voor de terugvordering. Het was voldoende dat er onverschuldigd bijstand was betaald, wat het college bevoegd maakte om de terugvordering te effectueren.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die eerder had geoordeeld dat het college in redelijkheid gebruik had kunnen maken van zijn bevoegdheid om terug te vorderen. De argumenten van de appellant in hoger beroep werden verworpen, en de Raad oordeelde dat het college niet verplicht was om de loonstroken van de appellant te onderzoeken om te bepalen of de belastingheffing correct was. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en er werd geen aanleiding gezien voor een kostenveroordeling.