ECLI:NL:CRVB:2020:552
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ziekengeld na WIA-beoordeling en geschiktheid voor arbeid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellante, die ziekengeld ontving, werd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) geschikt geacht voor de functie van samensteller elektronische apparatuur. Het Uwv had op 20 juni 2017 vastgesteld dat appellante geen recht meer had op ziekengeld. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat in hoger beroep werd herhaald. De Raad oordeelde dat de eerdere beoordeling van de rechtbank correct was en dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd. De Raad onderschreef de conclusie van de rechtbank dat appellante geschikt was voor de geselecteerde functie, ondanks haar psychische klachten en andere beperkingen. De Raad concludeerde dat de informatie van de behandelend sector geen steun bood voor het standpunt van appellante dat haar klachten waren onderschat. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.