ECLI:NL:CRVB:2020:533
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering en beoordeling arbeidsvermogen jonggehandicapte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. Appellante had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die was afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van het oordeel dat zij op haar achttiende verjaardag arbeidsvermogen had. De rechtbank had deze afwijzing bevestigd, en appellante ging hiertegen in beroep. De Centrale Raad oordeelde dat het Uwv voldoende had aangetoond dat appellante, ondanks haar medische beperkingen, in staat was om arbeid te verrichten. De Raad volgde de conclusie van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen dat appellante niet als jonggehandicapte kon worden aangemerkt, omdat zij gedurende zeven jaar als alfahulp had gewerkt en geen medische informatie had overgelegd die de conclusies van het Uwv tegensprak. De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.