ECLI:NL:CRVB:2020:520
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van persoonsgebonden budget (pgb) over 2012 en 2013
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 februari 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die een persoonsgebonden budget (pgb) ontving op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Het zorgkantoor, Stichting Zorgkantoor Menzis, heeft het pgb over de jaren 2012 en de eerste helft van 2013 ingetrokken en het uitbetaalde voorschot teruggevorderd. Appellant heeft verzocht om terug te komen op deze besluiten, maar dit verzoek is afgewezen. De afwijzing is na bezwaar gehandhaafd door de rechtbank Noord-Nederland, die in haar uitspraak van 12 maart 2019, zaaknummer 18/2040, oordeelde dat het zorgkantoor het verzoek van appellant terecht had afgewezen.
In hoger beroep heeft appellant geen nieuwe gronden aangevoerd of redenen gegeven waarom de rechtbank tot een ander oordeel had moeten komen. Hij heeft enkel verwezen naar de argumenten die in de eerdere procedure zijn aangevoerd. De Centrale Raad van Beroep onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat het handhaven van het oorspronkelijke besluit niet onredelijk is. De Raad wijst erop dat de nieuwe informatie die appellant heeft ingediend, namelijk verantwoordingsformulieren, niet leidt tot een verplichting voor het zorgkantoor om deze inhoudelijk te beoordelen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.