ECLI:NL:CRVB:2020:516

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 februari 2020
Publicatiedatum
28 februari 2020
Zaaknummer
18/1629 WIA-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang in WIA-zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 februari 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante was niet verschenen ter zitting, terwijl het Uwv zich liet vertegenwoordigen door mr. W. de Rooij-Bal. De zaak betreft de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv had de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante, die eerder was vastgesteld op 80 tot 100%, per 23 februari 2017 verlaagd naar 40,54%. Dit besluit werd door de rechtbank Den Haag ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante geen procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van de bestreden uitspraak. Dit was gebaseerd op het feit dat per 1 maart 2019 voor appellante geen inkomenseis meer gold, omdat zij op 12 april 2018 door het Uwv weer als volledig arbeidsongeschikt was aangemerkt. Hierdoor werd haar WGA-loonaanvullingsuitkering ongewijzigd voortgezet. De Raad concludeerde dat appellante niet had gesteld dat zij recht had op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-loonaanvullingsuitkering op de in geding zijnde datum.

Gelet op deze omstandigheden verklaarde de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep niet-ontvankelijk. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

18.1629 WIA-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 februari 2018, 17/5807 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 13 februari 2020
Zitting heeft: mr. E.J.J.M. Weyers als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: F.E.M. Boon
Appellante is ter zitting niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W. de Rooij-Bal.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Bij het bestreden besluit heeft het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), die tot dat moment was vastgesteld op 80 tot 100%, met ingang van 23 februari 2017 vastgesteld op 40,54%. Het Uwv heeft vastgesteld dat voor appellante op 1 maart 2019 een inkomenseis gaat gelden en haar WGA-loonaanvullingsuitkering tot die datum ongewijzigd zal worden voortgezet. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Per 1 maart 2019 is voor appellante geen inkomenseis gaan gelden omdat zij inmiddels per 12 april 2018 door het Uwv weer als volledig arbeidsongeschikt is aangemerkt, welke situatie tot op heden voortduurt. Als gevolg hiervan is de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante ook na 1 maart 2019 ongewijzigd voortgezet. Niet gebleken is dat appellante zich op het standpunt stelt dat haar op de in geding zijnde datum een IVA-uitkering in plaats van een WGA-loonaanvullingsuitkering moet worden toegekend.
Gelet hierop heeft appellante geen procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van de bestreden uitspraak. Het hoger beroep van appellante moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) F.E.M. Boon (getekend) E.J.J.M. Weyers