ECLI:NL:CRVB:2020:3533
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de inhoud van een beoordeling in het ambtenarenrecht met betrekking tot de caseload en productienorm
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst, was in beroep gegaan tegen de beoordeling van haar functioneren over de periode van 15 oktober 2015 tot 15 oktober 2017. De minister van Justitie en Veiligheid had haar functioneren als onvoldoende beoordeeld, wat appellante betwistte. Ze voerde aan dat de minister niet voldoende had gemotiveerd waarom haar commentaar op de beoordeling niet was gevolgd en dat haar caseload en productienorm niet correct waren beoordeeld. De Raad oordeelde dat de toetsing van de inhoud van een beoordeling beperkt is tot de vraag of deze op voldoende gronden berust. De Raad concludeerde dat de minister voldoende gegevens had aangeleverd om de negatieve waardering te onderbouwen. De beroepsgronden van appellante, waaronder de stelling dat ICT-problemen haar productiviteit hadden beïnvloed, werden verworpen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellante ongegrond was verklaard. De Raad oordeelde dat de beoordeling de terughoudende rechterlijke toetsing kon doorstaan en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.