ECLI:NL:CRVB:2020:3474
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang en tegemoetkoming aan bezwaren van appellant
Op 31 december 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/4286 ZW. Het hoger beroep van appellant is niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen procesbelang meer was. Appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn recht op ziekengeld per 29 juli 2016 beëindigde. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had het beroep van appellant gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. In hoger beroep heeft het Uwv op 10 maart 2020 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waarbij het Uwv heeft aangegeven dat de beëindiging van het ziekengeld niet wordt gehandhaafd en dat de ZW-uitkering van appellant ongewijzigd wordt voortgezet. Appellant heeft echter niet aangegeven welk belang hij nog had bij de voortzetting van de procedure. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen, waardoor het hoger beroep niet meer ontvankelijk is. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 525,- en heeft bepaald dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van € 124,- vergoedt. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.