ECLI:NL:CRVB:2020:3471
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening woningaanpassingen op basis van gezondheidsklachten door overgevoeligheid voor elektromagnetische straling en chemische stoffen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, geboren in 1965, heeft een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor diverse woningaanpassingen. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe, dat zich baseerde op een advies van de commissie voor bezwaarschriften. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten.
De appellant ervaart gezondheidsklachten door overgevoeligheid voor elektromagnetische straling (EHS) en chemische stoffen (MCS). De deskundige die door de rechtbank is ingeschakeld, concludeerde dat de appellant geen beperkingen in zijn zelfredzaamheid heeft en in staat is om zonder verdere ondersteuning thuis te functioneren. De appellant heeft echter betoogd dat de rechtbank ten onrechte de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand heeft gelaten, omdat hij behoefte heeft aan ondersteuning voor dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en het voeren van een gestructureerd huishouden.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van de appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de deskundige een overtuigende motivering heeft gegeven. De Raad heeft vastgesteld dat er geen aanknopingspunten zijn om de verklaring van de deskundige niet te volgen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.