ECLI:NL:CRVB:2020:3434
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van ZW-uitkering na herhaalde ziekmelding en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellante had zich ziek gemeld na een periode van werk bij Sociale Werkvoorziening en ontving aanvankelijk een uitkering op basis van de Ziektewet. Het Uwv weigerde echter haar een ZW-uitkering toe te kennen na een medisch onderzoek, omdat zij geschikt werd geacht voor haar werk als productiemedewerkster. Appellante heeft meerdere keren bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de conclusies van de verzekeringsarts te twijfelen. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat haar psychische klachten waren toegenomen en dat het Uwv ten onrechte geen ZW-uitkering had toegekend. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet voldoende had aangetoond dat zij op de datum in geding meer beperkt was dan vastgesteld door het Uwv. De Raad concludeerde dat het Uwv terecht had geweigerd om appellante een ZW-uitkering toe te kennen, omdat zij in staat was haar werk te verrichten, ondanks haar klachten.