ECLI:NL:CRVB:2020:3376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet wegens overschrijding vermogensgrens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die sinds 20 oktober 2019 een onvolledig ouderdomspensioen ontvangt, had op 11 november 2019 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Participatiewet. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft deze aanvraag afgewezen, omdat appellant en zijn niet-rechthebbende partner A over een vermogen beschikten dat de voor hen geldende vermogensgrens van € 12.240,- overschreed. Appellant stelde dat hij en A niet konden beschikken over de op hun naam gestelde woningen in Servië, maar de Raad oordeelde dat hij niet voldoende bewijs had geleverd om deze stelling te onderbouwen. De Raad concludeerde dat de Svb terecht geen rekening had gehouden met de door appellant opgevoerde schulden, omdat deze niet voldeden aan de vereisten van opeisbaarheid en afdwingbaarheid. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.