ECLI:NL:CRVB:2020:3297
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet-gemelde op geld waardeerbare werkzaamheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam ongegrond verklaarde. Appellante ontving van 21 november 2011 tot en met 9 april 2017 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Na een anonieme melding over mogelijke samenwoning, startte de gemeente Rotterdam een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit leidde tot de conclusie dat appellante op geld waardeerbare werkzaamheden had verricht door het bakken en verkopen van taarten, zonder dit te melden. Het college besloot daarom de bijstandsverlening per 4 september 2017 in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen, wat resulteerde in een bedrag van € 14.488,22.
Appellante betwist in hoger beroep dat zij op geld waardeerbare werkzaamheden heeft verricht en stelt dat haar activiteiten als hobby moeten worden beschouwd. De Raad overweegt dat appellante wel degelijk inkomsten heeft gegenereerd uit haar taartenverkoop, wat blijkt uit haar bedrijfspagina op Facebook en de verkoopprijzen die zij hanteerde. De Raad concludeert dat de activiteiten van appellante niet alleen als hobby kunnen worden gekwalificeerd, maar dat zij ook daadwerkelijk op geld waardeerbare werkzaamheden heeft verricht. De stelling van appellante dat zij geen administratie heeft bijgehouden en dat haar activiteiten niet voldoen aan de eisen van de Warenwet, doet niets af aan de vaststelling dat zij inkomsten heeft gegenereerd.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door P.W. van Straalen, in tegenwoordigheid van I.A. Siskina als griffier, en is openbaar uitgesproken op 8 december 2020.