ECLI:NL:CRVB:2020:3166

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 december 2020
Publicatiedatum
15 december 2020
Zaaknummer
18/2241 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep WIA na tegemoetkoming door Uwv

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. drs. A. Jurg, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel. Het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 december 2020 uitspraak gedaan en de proceskostenveroordeling vastgesteld. De Raad heeft de kosten die appellante heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep, begroot op € 4.594,60. Dit bedrag is opgebouwd uit vergoedingen voor verleende rechtsbijstand en medische adviezen. De Raad heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.050,- voor het beroep en € 1.050,- voor het hoger beroep, naast vergoedingen voor de medische adviezen van S.R. Hofman, P. van Kesteren en E. Khoe. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 16 december 2020
18/2241 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van
29 maart 2018, 17/449 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] , gevestigd te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
[naam] te [woonplaats]
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. drs. A. Jurg hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2020. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. Jurg. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. I. Smit.
De Raad heeft het onderzoek ter zitting geschorst in afwachting van een overleg tussen de stafarts van het Uwv en een medisch deskundige van appellante.
Bij brief van 28 april 2020 heeft mr. drs. Jurg een rapportage van E. Khoe, verzekeringsarts RGA ingediend. Het Uwv heeft daarop bij brief van 6 mei 2020 gereageerd en heeft aanleiding gezien de FML te wijzigen.
Bij brief van 24 juni 2020 heeft mr. drs. Jurg namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde FML volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
De Raad ziet aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 1.050,- in beroep en € 1.050,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.
De kosten in verband met het medische advies van S.R. Hofman, P. van Kesteren en E. Khoe komen voor vergoeding in aanmerking. De Raad is van oordeel dat gelet op artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht en het Besluit tarieven in strafzaken 2003, daarbij wordt uitgegaan van uurtarieven van € 121,95 in 2017, € 122,63 in 2018 en € 129,63 in 2020. Door S.R. Hofman is 8 uur besteed zodat er een vergoeding van
€ 1.184,59 (inclusief omzetbelasting) voor toewijzing in aanmerking komt. Door P. van Kesteren is 2,5 uur besteed zodat er een vergoeding van € 368,90 (inclusief omzetbelasting) voor toewijzing in aanmerking komt. Door E. Khoe is 6 uur besteed zodat er een vergoeding van € 941,11 (inclusief omzetbelasting) voor toewijzing in aanmerking komt.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 4.594,60.
Deze uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van
K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
16 december 2020.
(getekend) S.B. Smit-Colenbrander
(getekend) K.R. van Renswoude
GdJ