Uitspraak
19 901 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die haar beroep tegen het besluit van het Uwv om haar WIA-uitkering te beëindigen ongegrond verklaarde. Appellante, die sinds 2012 ziek is en een WGA-uitkering ontvangt, betoogt dat haar lichamelijke en psychische beperkingen door het Uwv zijn onderschat. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de medische beoordeling van het Uwv juist is en dat appellante geen nieuwe medische gegevens heeft overgelegd die haar standpunt onderbouwen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt het oordeel van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De Raad concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat het Uwv op de datum in geding, 5 juli 2018, zwaardere beperkingen had moeten vaststellen. De rapporten van Psyon en Psymens, evenals de medische informatie van de huisarts, bieden geen aanknopingspunten voor een andere conclusie. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.