ECLI:NL:CRVB:2020:30
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake studentenreisproduct en OV-schuld
Op 8 januari 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De zaak betreft een betrokkene die een studentenreisproduct had, maar zijn OV-chipkaart kwijtgeraakt was en daardoor het product niet tijdig had kunnen stopzetten. De minister had betrokkene op 16 september 2016 geïnformeerd dat zijn recht op het studentenreisproduct eindigde op 1 oktober 2016, maar betrokkene had geen bezwaar gemaakt tegen de daaropvolgende besluiten van de minister, waarin hij werd aangesproken op een opbouw van een OV-schuld.
De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en de minister opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. In hoger beroep stelde de minister dat de rechtbank de ontvankelijkheid van het bezwaar had moeten beperken tot het besluit van 26 april 2017, waarin de OV-schuld was vastgesteld. De Raad oordeelde dat de minister gelijk had en dat de eerdere besluiten al rechtskracht hadden. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep tegen het besluit van 26 april 2017 gegrond, evenals het beroep tegen het besluit van 18 juni 2018 voor de maanden januari tot en met maart 2017.
De Raad concludeerde dat de OV-schuld die ten laste van betrokkene was vastgesteld in stand bleef. De uitspraak benadrukt dat betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet eerder het studentenreisproduct had kunnen stopzetten, ondanks zijn pogingen om informatie te verkrijgen. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.